De gemeenteraad van
Oisterwijk behandelde de PPN die het college aan de raad had aangeboden, met daarin een meerjarenraming van de gemeentefinanciën voor de periode tot 2023. Voor de VVD
was dit perspectief ontluisterend: de weerstandsratio zakt in 2020 tot ver
onder de 1.5 en de algemene reserves zijn in 2020 gehalveerd van 10 miljoen tot
5 miljoen euro. Toch verkondigde het college bij monde van wethouder
Dankers dat de gemeentefinanciën keurig op orde waren. Van zijn eigen partij PGB waren er zelfs complimenten.
De VVD vindt dit onbegrijpelijk en sprak dan ook
van een financieel wanbeleid. Het schip drijft nog, maar maakt water en het
valt nog te bezien of dit lek na 2020 gedicht wordt.
Immers, de belangrijkste oorzaak van de gaten in de financiële huishouding, zijn de kosten van de jeugdzorg. Daarvan heeft het Rijk weliswaar
te kennen gegeven dat aanvullende financiering zal plaatsvinden, maar staat - ook volgens de VNG én portefeuillehouder Vatta - vast dat deze aanvullende financiering ontoereikend
zal zijn om de oplopende tekorten te compenseren. Daar komt bij dat het college
weliswaar beheersmaatregelen heeft aangekondigd, maar is niet duidelijk welk effect deze zullen hebben. Wat wel duidelijk is,
is dat deze in ieder geval te laat komen gezien het feit dat het zich al
geruime tijd liet aanzien dat deze tekorten eraan zaten te komen. Niet voor niets heeft de VVD, gesteund door AB, in de vorige coalitieperiode zorggedragen voor het aanleggen
van aanzienlijke reserves om deze tekorten zo nodig op te kunnen vangen.
Wethouder Batenburg kreeg daarvoor de nodige verwijten van PGB en PrO
als zou zij teveel de hand op de knip houden. Onvoldoende uitgeven om aan
alle wensen van de inwoners tegemoet te komen. Misschien hadden wij daarom wel eens een compliment verwacht voor ons beleid, maar wellicht volgt dat nog ooit als de eerstvolgende
gemeentebegroting zal worden gepresenteerd.
De enige conclusie is dat Oisterwijk dankzij de vorige coalitie nu nog het hoofd boven water weet te houden. Maar dat nog een jaar potverteren onherroepelijk zal leiden tot een
financieel debacle. De VVD heeft het college dan ook opgeroepen om het ambitieniveau van het raadsbrede programma nog eens tegen het licht te houden. Nog eens na te denken over de inmiddels voelbare financiële tegenvallers en (bijvoorbeeld) nog eens kritisch te kijken naar de miljoenenuitgave die gepland staat voor de sportvelden van
Trinitas. Dit werd door de overige partijen weggehoond en afgedaan als blijk van onbetrouwbare politiek. De VVD vindt dit niet getuigen van enig
inzicht in de financiële situatie waarin de gemeente Oisterwijk zich op dit
moment bevindt. De PPN gaat ervan uit dat de problemen in de jeugdzorg na 2020
zijn opgelost, althans dat er vanaf 2020 geen tekorten meer zullen zijn, maar
die verwachting is nergens op gebaseerd, terwijl er op dit moment ook nog de
nodige onzekerheden kleven aan de fusie met Haaren en de opbrengsten van het
grondbedrijf, ondanks vragen uit de raad, nog niet konden worden
geconcretiseerd, maar in de meerjarenraming wel reeds waren ingeboekt. Los van
het feit dat alleen al de sinds het raadsbesluit geconstateerde tekorten in
heroverweging van deze investering ten behoeve van deze voetbalclubs zou
rechtvaardigen, vindt de VVD het pas echt onbetrouwbaar om wel deze bedragen
uit te trekken voor deze drie sportclubs, maar aan de sportverenigingen uit
Moergestel te laten weten dat het geld op is en dat hun uitbreidingsplannen
voorlopig even in de ijskast moeten.
Al met al een avond waarin het college uitermate tevreden was met zichzelf en een halvering van de reserves beschouwde als een blijk van gezond financieel beleid. AB kreeg van de wethouder te horen dat zij toch ook wel erg kritisch waren - PrO wordt kennelijk niet meer gezien als lid van het raadsbreed akkoord -, maar de verwijten gingen met name uit naar onze partij, omdat wij volgens het college niet zouden inzien dat alles vanaf 2020 toch wel op zijn pootjes terecht zou komen. Dergelijke verwijten beschouwt de VVD als een compliment en nemen wij graag in ontvangst. Wat ons zorgen baart is de opstelling van de overige partijen die als het spreekwoordelijke konijn op de snelweg kijken in de koplampen van de aanstormende vrachtwagen maar uit angst om te bewegen blijven zitten wachten totdat de klap komt.