OBER, MAG IK DE REKENING?

Je kent dat wel. Je hebt de hele dag en avond hard gewerkt en wilt eigenlijk een beetje op tijd naar huis, omdat er de volgende dag nog veel harder gewerkt moet worden. Maar nee, een aantal collega's stelt voor om met z’n allen nog even naar de kroeg te gaan omdat dat goed is voor de teamspirit.

Jouw opmerking, dat het voor de teamspirit nog veel beter is als iedereen morgen weer gewoon fris aan de slag gaat, wordt weggelachen. Het gaat toch immers om de samenwerking en als je daar niet aan wilt meedoen, dan begrijp je niet waar het om gaat. Enfin, je gaat dus mee en de avond loopt precies zoals je had verwacht. De ene collega zit nog maar net in het team en weet zich nog geen houding te geven. De andere collega zit al heel lang in het team, doet vreselijk zijn best om het gezellig te maken, maar oogt een beetje vermoeid en nummer drie heeft problemen thuis. Niet iedereen is blij dat hij überhaupt voor jouw bedrijf werkt, een aantal gezinsleden is al boos weggelopen. Nummer drie staat dus de hele tijd te bellen met het thuisfront, als hij tenminste geen ruzie maakt met de kroegbaas van wie hij al jaren vindt dat die hem zonder respect behandelt. De avond kruipt voorbij en je vindt er geen fluit aan. Vooral niet omdat nummer vier, die de grootste mond had toen het ging over samenwerking en teamspirit, voortdurend staat te praten met allerlei bekenden die hij tegenkomt (“even luisteren wat zij te zeggen hebben”) en te pas en te onpas rondjes geeft (“geef die jongens van de voetbalclub ook wat te drinken, want hun glas staat leeg”). En het wordt allemaal nog erger: Als de bel is gegaan voor de laatste ronde, blijkt dat niemand geld op zak heeft en kijkt iedereen naar jou, want jij bent toch altijd degene die over het geld gaat?

Constructieve oppositie: dove coalitie

Zo ongeveer moet onze fractie zich op de avond van 19 september jl. hebben gevoeld in het raadsdebat over de financiële situatie van onze gemeente en de beleidsrapportage die het College hierover had uitgebracht. Na onze verkiezingswinst van vorig jaar, werden wij door PrO en PGB, welke laatste de grootste partij was geworden door twee zetels weg te halen bij de andere locale partij (AB), dringend uitgenodigd om deel te nemen aan de door hen gewenste raadsbrede samenwerking. Er moest nieuw elan in het gemeentebestuur worden gebracht door te breken met het bestaande systeem van coalitievorming op basis van een bestuursakkoord. Niet te beroerd om samen te werken, schoof onze fractie bij deze besprekingen aan, maar na nul op het rekest te hebben gekregen bij de vraag naar financiële kaders (“niet nodig, want er is genoeg geld”), en geen van de beoogde samenwerkingspartners zich ook maar in enigerlei mate wilden vastleggen op enig bestuurlijk uitgangspunt (“dat is oude politiek, wij gaan werken met wisselende meerderheden”) en tenslotte ook de beoogde portefeuilleverdeling weinig aan duidelijkheid te wensen over liet (“jullie niet en zeker niet op financiën”), heeft onze fractie zich inderdaad zelf maar tot oppositiepartij verklaard, maar wel met de uitdrukkelijke kanttekening dat deze oppositie vanuit een constructieve houding zou worden gevoerd.

Bij die constructieve houding paste het volledig om het College en de vier samenwerkende raadspartijen er vanaf dag 1 op te wijzen dat de financiële tekorten in de jeugdzorg en in de WMO zodanig groot dreigden te worden, dat het op zijn minst verstandig was om enigszins voorzichtig om te gaan met de gemeentefinanciën. Immers, was bij de bespreking over de raadsbrede samenwerking al gebleken, dat volgens PGB en PrO de overschotten van het verleden terug moesten naar de burger en dat de door onze wethouder Batenburg als minimum gekwalificeerde weerstandsratio van 1,5 eigenlijk de norm moest zijn; eenmaal op het pluche bleek zelfs dat minimum voor hen te hoog gegrepen.

De buffers, die door de vorige coalitie waren opgebouwd om de tekorten op de jeugdzorg en de WMO zolang op te kunnen vangen als nodig was om te komen tot de noodzakelijke beheersmaatregelen, zijn in de anderhalf jaar dat dit college het bestuur voert, in razend tempo uitgegeven aan zaken waarvan men zich kan afvragen of die behoren tot de kerntaken van de gemeente met de miljoenen kostende fusie van de drie Oisterwijkse voetbalclubs als meest in het oog springende voorbeeld van bestuurlijke onkunde.

De rekening

Afgelopen donderdagavond kwam de rekening: Het geld is op en de wij kunnen kiezen tussen bezuinigen en lastenverzwaring, althans zolang er nog iets te kiezen valt. Gezien het feit dat het College en de vier samenwerkende raadspartijen kennelijk nog steeds niet bereid zijn duidelijk te maken wat de kerntaken van de gemeente zijn en ook nog steeds geen begin hebben gemaakt met de toegezegde beheersmaatregelen in de zorg, is het namelijk alleszins waarschijnlijk dat bezuinigen alleen niet voldoende is en dat ook de OZB fors omhoog zal moeten.

De VVD zeurt niet maar zegt waar het op staat

Onze fractie heeft daarop in de raadsvergadering van 19 september jl. aangegeven dat dit allemaal niet nodig was geweest, wanneer de in de vorige coalitieperiode opgebouwde buffers zouden zijn gebruikt waarvoor zij waren opgebouwd. Dat is echter niet gebeurd. Bij gebreke van een duidelijk bestuursakkoord en de bijbehorende financiële kaders zijn deze miljoenen uitgegeven aan randzaken waar deze of gene wisselende raadsmeerderheid op dat moment om vroeg. Zou dat niet zijn gebeurd, dan zou er tijd genoeg zijn geweest om de beheersmaatregelen in de zorg te kunnen treffen zonder dat de in die tijd oplopende tekorten op de burgers van onze gemeente hadden moeten worden afgewenteld.

Typerend was de reactie van PrO en PGB op de inbreng die onze fractievoorzitter deze donderdag aan het debat gaf. Jean Coumans, die vorig jaar nota bene zelf tegen de budgetten voor de voetbalfusie stemde, verweet Anne Cristien populisme door de vier raadspartijen te confronteren met de consequenties van de keuzes die destijds waren gemaakt. Roel van den Bersselaar, die zichzelf omschreef als de politiek accountant van PGB, verweet Anne Cristien dat zij het verschil niet begreep tussen structurele en incidentele uitgaven en wist bovendien nog te melden dat de oorzaak van de tekorten eigenlijk lag bij onze partij, omdat de VVD-premier in het torentje degene was geweest die de gemeente met allerlei bezuinigingen op het gebied van de zorg geconfronteerd had. Carlo van Esch vond het tenslotte nodig om Anne Cristien vier keer met dezelfde vraag te interrumperen: "Waar denkt de VVD dan die drie miljoen vandaan te halen als jullie het zo goed weten?"

Anne Cristien heeft iedereen netjes geantwoord (Jean: de waarheid vertellen is geen populisme, Roel: je kunt een euro maar één keer uitgeven, ongeacht of het structureel dan wel incidenteel is, en Carlo: als de financiële reserves uit de vorige regeerperiode niet waren besteed aan de voetbalfusie, had er nu niet bezuinigd hoeven te worden) en vervolgens diende onze fractie een motie van afkeuring in. De vier samenwerkende raadsfracties werden uitgenodigd om zich met ons uit te spreken dat het financieel beleid van dit College van het afgelopen jaar niet voor herhaling vatbaar was. De blik vertroebeld door loyaliteit jegens de eigen wethouders, sloten de vier raadspartijen de rijen. Hoezo geen coalitie?

Dieptepunt

Alsof dat nog niet alles zei, sprak ook de reactie van het College boekdelen. Wethouder Dion Dankers, die als portefeuillehouder financiën rechtstreeks verantwoordelijk is voor het financiële debacle dat zich nu aftekent, vond het nodig om in reactie op de motie van afkeuring op te merken dat dit meer over de VVD zei, dan over het College. Toegegeven, zelfkritiek is een zeldzame eigenschap, maar van een wethouder mag toch iets meer worden verwacht. Wat in ieder geval gemist werd, is het antwoord op de vraag wat het dan over de VVD zegt dat wij tegenover de Berap, die de wethouder ons had gepresenteerd, zodanig kritisch stonden dat een motie van afkeuring op zijn plaats geacht werd. Misschien zijn de druiven zuur, of misschien moet de wethouder gewoon erkennen dat de portefeuille financiën voor hem toch iets te hoog gegrepen is, maar op inhoudelijke kritiek past een inhoudelijke reactie en niet het antwoord dat de wethouder afgelopen donderdagavond meende te moeten geven. Een wethouder, die zijn verantwoordingsplicht tegenover de Raad serieus neemt, gaat in debat en zoekt niet zijn toevlucht tot platte opmerkingen.

Constructief vooruit kijken

Het zal de komende tijd echter vooral moeten gaan over de vraag hoe de tekorten kunnen worden teruggebracht. De VVD heeft aangegeven het gesprek hierover met de andere raadsfracties en het College op constructieve wijze te willen voeren. Dat gaan wij dan ook doen. Wij zullen daarbij de vraag aan de orde stellen wat de kerntaken van de gemeente zijn en aan de hand daarvan komen tot de (inmiddels onvermijdelijke) ombuigingen. De 'lijst van Dankers' of, zoals Tom Tacken het in het BD noemt 'De Grabbelton', is voor ons daarbij niet heilig. De kerntakendiscussie en de matrix 'eerst noodzakelijk, dan nuttig en dan pas wenselijk' zal voor ons daarbij het uitgangspunt zijn. Verhoging van de OZB is ultimum remedium.

Het zal echter niet alleen over bezuinigingen of lastenverzwaring moeten gaan. Ook de zorg zelf moet kritisch worden bekeken. Recent onderzoek wijst uit dat 30% van het jeugdzorgbudget niet wordt besteed aan de zorg zelf, maar aan "coördinatie en management". Ook daar zal in het kader van de noodzakelijke beheersmaatregelen kritisch naar moeten worden gekeken evenals naar nut en noodzaak van het uitgavenpakket zelf.

Discussie met onze leden

Wij beseffen ten volle dat dit een discussie zal worden met ingrijpende consequenties. Wij zullen als bestuur dan ook binnenkort een avond organiseren waarin een en ander met onze leden zal worden besproken en waarin onze leden dan tegelijkertijd kunnen aangeven of zij zich kunnen vinden in de koers die fractie en bestuur het afgelopen half jaar hebben gevolgd. U ontvangt daarvoor binnenkort een uitnodiging.


Eric Beele

voorzitter VVD Oisterwijk