BEGRIPPENLIJST AZC

In het debat om verlenging van de bestuursovereenkomst van het AZC in Oisterwijk, worden veel termen en afkortingen gebruikt. Tim Ravestein is raadscommissielid in Oisterwijk en voor zijn werk dagelijks betrokken bij asielaanvragen en -plaatsingen. Hij geeft hier uitleg van alle gebruikte termen om deze in de juiste context te kunnen plaatsen.

© COA Oisterwijk

Sporenbeleid

Nederland hanteert twee verschillende procedures rondom migranten: de reguliere en de asielprocedure. De tweede is hier relevant en bestaat uit 5 processporen. De IND bepaalt binnen 2 weken na aankomst vaak al in welk spoor een vreemdeling valt. Dit op basis van een aanmeldgehoor waarin een vreemdeling mag toelichten wie hij  is, waar hij vandaan komt en waarom hij bescherming van de Nederlandse staat zoekt (asiel).

SPOOR 1

Migranten in spoor 1 heten Dubliners omdat ze onder het verdrag vallen van Dublin wat bepaalt dat men in het land van binnenkomst in de EU de asielprocedure moet voortzetten. Iemand die zich dus in Duitsland meldt moet ook in Duitsland de procedure voortzetten. Deze groep is in praktijk vrijwel zeker kansloos, een uitzondering wordt soms gemaakt voor mensen met veel familie in Nederland. Deze mensen worden dan alsnog in spoor 4 gezet. Spoor 1 bestaat voor een groot deel uit alleenstaande jonge mannen uit veilige landen die weten dat ze geen asiel in het binnenkomstland kunnen krijgen. 

SPOOR 2

Kansarme asielzoekers in dit spoor komen uit veilige landen of zijn om andere redenen vrijwel kansloos om een verblijfsvergunning te krijgen. Het gaat hier meestal om economische vluchtelingen of mensen met een (vermoedelijke) criminele achtergrond. In deze groep komen mensen terecht als de IND twijfelt over de identiteit van de vreemdeling. Deze groep bestaat voornamelijk uit jonge mannen uit Midden- en Noord-Afrika en uit de veilige landen in het Midden-Oosten die proberen als AMV-er te worden opgevangen door vaak over hun leeftijd te liegen. Het overgrote deel van overlast gevende asielzoekers zit in spoor 2, men weet dat men vrijwel zeker geen vergunning kan krijgen. Vreemdelingen in spoor 2 zijn ook oververtegenwoordigd in de top-X lijst. 

SPOOR 3

Dit spoor is met name toegepast op vluchtelingen uit Joegoslavië in de jaren 90. Dit spoor is op dit moment al meerdere jaren niet actief. Men heeft overwogen of Syriërs en Afghanen hier onder konden vallen maar heeft dit vanwege capaciteitsproblemen niet gedaan. 

SPOOR 4

In spoor 4 zitten hoofdzakelijk de kansrijke asielzoekers. Een zeer gemêleerde groep maar voor het grootste deel bestaande uit gezinnen. De mensen in deze groep komen uit conflictgebieden, zijn gevlucht om religieuze redenen, zijn politieke vluchtelingen of zijn gevlucht vanwege hun seksuele geaardheid. Syriërs, Oeigoeren, Gülen-aanhangers en (sinds kort) Afghanen worden vrijwel altijd direct in spoor 4 gezet tenzij er ernstige twijfels over afkomst bestaan. De ervaring leert dat deze groep relatief meer uit gezinnen, hoger-opgeleiden en LHBTI’ers bestaat. De taskforce “kansrijk” is ingezet om het asielverzoek van de meest kansrijke asielzoekers middels de verkorte procedure zo snel mogelijk in te willigen. Dit is ook de groep waar de pilot regioplaatsing van toepassing voor is. 

SPOOR 5

Evidente asielzoekers na kort onderzoek: ook dit spoor is al jaren gesloten en deze mensen zitten nu in spoor 4. 

AMV / NIDOS

Alleenstaande Minderjarige Vreemdelingen of AMV’ers zijn vreemdelingen onder de 18 jaar die in Nederland asiel aanvragen. Omdat minderjarigen niet mogen worden uitgezet vallen alle minderjarige vreemdelingen onder deze noemer. Deze groep wordt begeleid en ondersteund door de organisatie NIDOS. De meeste kinderen komen in voogdgezinnen terecht of in jeugdopvang locaties van Nidos. Jongeren die niet opgevangen kunnen worden in voogdgezinnen of vreemdelingen van wie wordt getwijfeld of ze wel daadwerkelijk minderjarig zijn worden in aparte locaties op AZC’s opgevangen waaronder in Oisterwijk. Nidos begeleidt deze groep nog wel maar in veel mindere mate, COA heeft immers de verantwoordelijkheid over deze groep. Deze laatste groep blijkt in de praktijk ook vaker betrokken te zijn bij overlast. Ten slotte blijkt deze laatste groep “oudere” jongeren na hun 18e relatief vaak geen recht op asiel te hebben en worden daarom vaak in Spoor 2 gezet.

TOP-X LIJST

Asielzoekers die bewezen vaak en structureel overlast veroorzaken komen op de Top-X lijst terecht. Dus niet bij incidentele overlast of wanneer iemand een fiets heeft gestolen, mensen moeten ernstige misdragingen en crimineel gedrag vertonen. Meestal gaat het om ernstige delicten die vallen onder het strafrecht: (ernstige) zeden- en geweldsdelicten. Asielzoekers op deze lijst zijn kansarm om een verblijfsvergunning te krijgen en veroorzaken vaak overlast. De vreemdeling op deze lijst kan potentieel uit alle eerdergenoemde sporen komen maar komt meestal uit spoor 2.

STATUSHOUDERS

Asielzoekers waarvan erkend is dat zij vluchteling zijn en recht hebben op bescherming volgens het asielrecht van de Nederlandse staat noemen we statushouders. Statushouders hebben dus een verblijfsvergunning en de “status” van vluchteling. Deze groep is vaak goed gemotiveerd omdat ze weten dat ze hun leven in Nederland kunnen opbouwen. 

VEILIGELANDERS

Vreemdelingen uit veilige landen zoals bijvoorbeeld Marokko, Kazachstan, Brazilië of Egypte zijn vrijwel zeker geen vluchtelingen en worden dus in de wandelgangen “veiligelanders” genoemd. Deze mensen worden dus meestal in spoor 2 gezet tenzij het evident is dat men tot een uitzonderingscategorie behoort. Dan worden deze mensen in spoor 4 geplaatst. Voorbeelden hiervan zijn de Gülenisten uit Turkije of een LHBTI’er uit Saoedi-Arabië. 

PILOT REGIOPLAATSING

De pilot regioplaatsing probeert kansrijke asielzoekers of statushouders in een ROL (Regionale Opvang Locatie) te plaatsen. Men wil zo deze asielzoekers al kennis laten maken met de gemeente waar zij komen te wonen. Ook faciliteert deze regeling in sommige gevallen al de start van de inburgering van de asielzoekers. De regioplaatsing lijkt tot nu toe een succes en bevordert de integratie van asielzoekers en statushouders. Het blijft echter wel een pilot, wat betekent dat deze regeling nog kan worden gestopt of veranderd.

In de huidige plannen is het AZC voor een deel Regionale Opvang Locatie, maar voor een ander deel ook bedoeld voor andere groepen. Zeker op het moment dat statushouders weer sneller huisvesting binnen de gemeente kunnen krijgen betekent dit dat een kleiner deel van de bewoners van het AZC onder deze regeling valt. 

IND / COA

De Immigratie en Naturalisatie Dienst gaat over de asielprocedure van vreemdelingen. De IND bepaalt in welk spoor een vreemdeling wordt gezet.

Het Centraal Orgaan opvang voor Asielzoekers is verantwoordelijk voor de opvang van asielzoekers. Het COA heeft verschillende soorten opvanglocaties. Ter Apel, Budel en Gilze Rijen zijn grotere centrale opvanglocaties met een aanmeldfunctie. Op deze locaties worden onder andere ook vreemdelingen tijdelijk opgevangen die nog wachten op de start van de procedure. Ook heeft men hier aparte afdelingen ingericht als gezinslocatie In de meeste gevallen worden de vreemdelingen uit de tijdelijke opvang die hun aanmeldgehoor hebben gehad verplaatst naar kleinere locaties zoals Oisterwijk. Dit is meestal enkele weken na hun aankomst in Ter Apel, Budel of Gilze Rijen.